Een woordvoerder van Sullivan beweerde dat als het niet aan zijn inspanningen met het team had gelegen, de data-inbreuk nooit ontdekt zou zijn
In een verklaring van de Department of Justice (DOJ) werd een voormalig Chief Security Officer (CSO) van Uber van een belemmering van de rechtsgang beschuldigd omdat hij naar verluidt had geprobeerd een data-inbreuk voor de Federal Trade Commission en het management van Uber te verbergen.
Joseph Sullivan was van april 2015 tot november 2017 CSO van het bedrijf. Hij wordt beschuldigd van het verdoezelen van een hack die rond oktober 2016 plaatsvond, waarbij de vertrouwelijke informatie van meer dan 57 miljoen chauffeurs en klanten onthuld werd. Dit omvatte informatie die het bedrijf over rijbewijzen verzamelde.
De DOJ beweert dat terwijl Sullivan de autoriteiten met het onderzoek meehielp, twee hackers contact met hem hadden opgenomen en in ruil voor hun stilzwijgen een betaling van zes cijfers hadden geëist.
“In plaats van de inbreuk in 2016 te melden, heeft Sullivan naar verluidt opzettelijke stappen ondernomen om te voorkomen dat de kennis van de inbreuk de FTC bereikt”, besloot de DOJ.
Het voegde eraan toe dat Sullivan de hackers met een grote premie probeerde te betalen en heeft getracht de hackers ook geheimhoudingsovereenkomsten te laten ondertekenen.
Nadat het personeel van Uber de hackers geïdentificeerd had, probeerde Sullivan nogmaals om hen een nieuwe NDA te laten ondertekenen, waarna het management achter zijn daden kwam en de inbreuk openbaar maakte.
Volgens de DOJ betaalde het bedrijf de hackers 100.000 dollar in Bitcoin om de data te verwijderen. Sullivan werd na dit incident ook ontslagen.
Behalve dat hij beschuldigd wordt van de belemmering van de rechtsgang, wordt Sullivan tevens beschuldigd van een verkeerde voorstelling te geven van een misdrijf, wat betekent dat hij op de hoogte was van de overtreding toen deze plaatsvond en dat hij er actief aan heeft meegewerkt om deze te verbergen.
Als Sullivan veroordeeld wordt, dan kan hij tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen wegens obstructie en tot drie jaar voor de beschuldiging van het geven van een verkeerde voorstelling van een misdrijf.
Een verklaring van de woordvoerder van Sullivan, Bradford Williams, ontkende deze beschuldigingen echter krachtig en zei dat het “geen rationele basis” tegen zijn cliënt had. Williams voegde eraan toe dat als Sullivan en zijn team niet bij Uber hadden gewerkt, “het zeer waarschijnlijk is dat de personen die verantwoordelijk voor dit incident waren, nooit geïdentificeerd zouden zijn”.
“Vanaf het begin hebben de heer Sullivan en zijn team nauw samengewerkt met juridische, communicatie en andere relevante teams bij Uber, in overeenstemming met het schriftelijke beleid van het bedrijf”, aldus Williams.
“Dat beleid maakte duidelijk dat de juridische afdeling van Uber – en niet de heer Sullivan of zijn groep – verantwoordelijk was om te beslissen of, en aan wie, de kwestie bekend gemaakt moest worden.”