Een rechtszaak van kaarthouders die beweerden dat de bank extra kosten en hogere rentetarieven in rekening heeft gebracht, is uiteindelijk afgesloten met een schikking van 2,5 miljoen dollar
JPMorgan Chase, de grootste bank van de VS, betaalt 2,5 miljoen dollar om een class action rechtszaak te beslechten met betrekking tot extra kosten bij cryptogeld aankopen. Dit was een juridische zaak die meer dan twee jaar duurde.
In 2018 hebben Brady Tucker, Ryan Hilton en Stanton Smith de rechtszaak bij een federale rechtbank in Manhattan tegen JPMorgan aangespannen. De eisers beweerden dat de bank klanten extra kosten in rekening bracht in de vorm van contante voorschotten (cash advances) als het ging om crypto aankopen met Chase creditcards.
Brady Tucker beweert daarnaast dat hij zowel extra toeslagen als aanzienlijk hogere rentetarieven op de contante vooruitbetalingen heeft gekregen dan op de creditcards. Bovendien kon hij zijn terugvordering van 160 dollar aan extra kosten niet ontvangen toen hij een klacht indiende.
Het probleem begon begin 2018, toen JPMorgan en verschillende andere banken ervoor kozen om te voorkomen dat hun klanten cryptovaluta’s met hun creditcards zouden aanschaffen.
JPMorgan had hun klanten niet onmiddellijk laten weten dat een deel van de beleidswijziging eruit bestond creditcard aankopen van digitale activa als voorschotten in contanten te behandelen. De bankgigant heeft deze beleidswijziging pas 10 dagen na de implementatie van de wijzigingen vrijgegeven. Dit was een handeling die volgens de eisers een schending was van de servicevoorwaarden van de kaarthouders.
Tijdens een recente hoorzitting verdedigde Chase Bank zichzelf door te zeggen dat haar overeenkomsten met kaarthouders niet echt veranderden, en dat cryptovaluta’s ‘in wezen als contant geld’ zijn, aangezien ze ook een acceptabel ruilmiddel zijn. Ze concludeerden dat dit de reden was waarom ze hun klanten niet van tevoren hoefden te informeren.
JPMorgan voegde eraan toe dat het trio, dat de rechtszaak had aangespannen, niet kon beweren dat de bank hun klanten overeenkomsten geschonden had toen het de aankoop van cryptogeld met creditcards beëindigde en ze deze als contante voorschot activiteiten begon te beschouwen, wat meer kosten en hogere rentetarieven met zich meebracht.
Bovendien beweerde de bank dat Coinbase alsook de handelscategorie van naam veranderde van ‘aankopen’ in ‘contante voorschotten’, waardoor het aangepaste tarievenoverzicht gestart werd.
De eisers eisten een volledige terugbetaling van alle onwettige voorschotkosten. Ze vroegen tevens 1 miljoen dollar aan wettelijke schadevergoeding, evenals een uitspraak waarin verklaard werd dat de voorwaarden van de kaarthouder van de bank de bank niet toestond dergelijke buitensporige kosten in rekening te brengen bij de aankoop van crypto activa.
Hoewel JPMorgan ermee instemde om de rechtszaak met een betaling van 2,5 miljoen dollar te schikken, gaven ze geen fouten toe als onderdeel van de schikkingsovereenkomst.